Transactionele Analyse

 

De transactionele analyse (ontwikkeld door Eric Berne) is de verdeling van de persoonlijkheid of het Ik in “Ouder”, “Volwassene” en “Kind” en de analyse van communicatie op basis van deze zijnswijzen. Een transactie is de eenheid van sociale omgang, het is de interactie tussen prikkel en reactie. Iemand zegt of doet iets en geeft daarmee een transactionele prikkel af. De reactie van de ander hierop is de transactionele reactie. De drie zijnswijzen worden als volgt toegelicht

De Ouder omvat de aangeleerde levensopvatting, de regels waaraan zich te houden, wat wel en wat niet mag, wat moet, hoe te handelen. De Ouder ontstaat in de eerst vijf tot zeven levensjaren en representeert wat we vanaf onze vroegste jeugd hebben geleerd van onze eigen ouders of verzorgers. Het zijn de registraties van gebeurtenissen in de buitenwereld. Het is ook informatie die nodig was of is om te overleven.

De Volwassene is de analyticus en noodzakelijk voor het voortbestaan. Hij verwerkt allerlei gegevens uit de buitenwereld en laat daar a.h.w. berekeningen op los. Hij registreert, maar is ook in staat te onderzoeken en te toetsen. Daardoor kan de Volwassene de juiste beslissing nemen. Daarnaast regelt hij het handelen van Ouder en Kind en bemiddelt tussen hen. De Volwassene is de objectieve zijnswijze. 

Het Kind ontstaat vanaf een kind dat ongeveer 10 maanden is. Het Kind registreert de interne gebeurtenissen. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld de natuurlijke behoeften die gevoelens oproepen, zoals eten en drinken. Anderzijds zijn er externe dingen die een kind meemaakt. Het wordt gewaardeerd, beloond of gestraft. In het Kind leven echter ook de spontaniteit, de creativiteit, de verbazing en het (durven) onderzoeken. Het Kind schept en kent vreugde. Nieuwsgierigheid, blijdschap of het scheppen van nieuwe dingen horen ook bij het Kind.

 

 

Terug naar Hypnotherapie, behandelmethoden <<