Cognitieve therapie

 

Volgens de cognitieve therapie is niet de tinnitus zelf de stress veroorzaker, maar de manier waarop de tinnitus wordt waargenomen en wat men er aan toe dicht. Iemand die constructieve gedachten hanteert ten aanzien van tinnitus zal tegen zich zelf zeggen: “Het gesuis is niet fijn, maar ik kan er mee leven” of “Dit gepiep kan mij geen kwaad doen”. De tinnitus zal voor deze persoon niet als stressor optreden. Wanneer echter de tinnitus patiënt tegen zichzelf zegt: “Van dit geluid word ik echt gek” of “Met zo’n piep moet er wel iets ergs met me aan de hand zijn”, zal de tinnitus patiënt een negatieve emotionele toestand ervaren zoals angst, depressieve gevoelens of gevoelens van onmacht of hopeloosheid.

De therapeut die de cognitieve therapie toepast helpt de patiënt de inhoud van zijn/haar gedachten als reactie op de tinnitus in kaart te brengen. Hierbij kan gekeken worden naar de houding, overtuigingen en waarneming. De therapeut gaat dan samen met de patiënt na of deze gedachten wel kloppen en helpt de patiënt een nieuwe constructieve gedachte te vormen. De gedachten worden zo geherstructureerd. Ook kan gebruik worden gemaakt van technieken die de aandacht controleren om zo de aandacht ergens anders op te richten dan op de tinnitusgeluiden of via verbeelding te veranderen. Het doel is dus niet om de tinnitus te “behandelen”, maar om significante veranderingen aan te brengen in de manier waarop de individuele patiënt reageert op zijn tinnitus in termen van perceptuele, aandachts en emotionele processen. Hiermee wordt bereikt dat het het negatieve effect van tinnitus op het welzijn en de levensstijl van de patiënt wordt verminderd.

 

Inmiddels is uit onderzoek gebleken dat cognitieve therapie efficiënter is bij de behandeling van tinnitus dan de Tinnitus Retraining Therapie. Cognitieve therapie verdient dan ook de voorkeur, echter met TRT worden ook goede resultaten bereikt.
Soms wordt een combinatie van beide therapieën ingezet.